2017 tekst alex de vries
Coen Vernooij kijkt naar het ongeziene
Hard lassen: speling in de ruimte
In het werk van Coen Vernooij (1952) zit overal ruimte. Zijn sculpturen en tekeningen zijn onderbrekingen van wat we zien. Daardoor denk je na over de waarneming. Er is een maatvoering die structuur krijgt door de pauzes en de rust die er in is opgenomen. Het kijken is bij hem een vorm van adem halen. Hij biedt zuurstof voor de ogen.
Coen Vernooij zet de lijn in als een ruimtelijk vertrekpunt. Wat zich voordoet als een mogelijk kader, een omlijning, neemt de vorm aan waarmee begrenzing juist wordt doorbroken. Hij opent met zijn beelden een wisselwerking met de leegte. Het zijn geen kieren, spleten of gaten, maar beweeglijke handelingen die zijn sculpturen activeren en als partituur of choreografie uitgevoerd kunnen worden in je hoofd. Zijn werk brengt iets aan het wankelen in het denken. De lijnen die hij tot stand brengt verlopen in richtingen die divergeren als consequenties van de beperkingen van de perceptie.
Op de bolle aarde zijn we geneigd iedere ronding recht te trekken en plat te maken. Coen Vernooij doet in feite het tegenovergestelde. Hij brengt speling in de ruimte aan. De ruimte wijkt niet van je af, maar valt over je heen. Je kunt zijn beelden als hulpmiddel gebruiken om je positie ten opzichte van stabiele gegevens te bepalen als een energieke houding. Je kunt er niet onverschillig tegenover staan. Je kunt je betrokken weten. Die actieve gewaarwording veroorzaakt Coen Vernooij door in zijn beelden verbindingen tot stand te brengen die bestaan uit alternerende en repeterende spaties in het materiaal dat hij gebruikt. Hij last zijn kleine werk in messing en zijn grotere beelden buiten in staal. Toch zijn die metalen niet bepalend voor de aard van zijn werk; het zijn eerder bliksemafleiders. Het is vooral de maatvoering van de menselijke gestalte die deze skeletten leesbaar maakt als een persoonlijke aanwezigheid in de omgeving. Het zijn natuurlijk verwerkelijkingen van zijn bestaan. Het zijn zelfportretten. Hij neemt in zijn werk een gedaante aan die een geometrische constructie is, die wordt ondermijnd door gevoelsmatige invallen die met een gelijkwaardige meetkundige precisie als intervallen in het beeld worden opgenomen.
Hoe nauwgezet Coen Vernooij ook over zijn werken nadenkt, ze komen uiteindelijk toch tot stand doordat ze ergens het spoor bijster raken. Er is vooral iets wat je niet kunt verklaren als je naar zijn werk kijkt. Er zijn uitersten in het menselijk bestaan die je enkel met harde lassen kunt koppelen. Je ziet aan de beelden dat ze zijn opgenomen in een continuĆ¼m dat al is begonnen en dat geen einde kent. Als in zijn beelden iets ophoudt, is dat ook meteen ergens anders doorgegaan. Coen Vernooij slaat in zijn beelden stukjes over. Het is space-lapse sculptuur.
Als je naar deze beelden kijkt, hoor je een stem, een zang die oplost in je gehoor. Je ontdekt waar je je doof voor houdt. Wat vals kinkt, komt tot harmonie. Coen Vernooij is geen kunstenaar die het onverdraaglijk vindt als kijkers met zijn werk aan de haal gaan en er iets in zien wat niet door hem is beoogd. Zijn werk is toch al op de loop, als een improvisatie op de piano die begint met een vast thema en daar eindeloos vrij op varieert om anders tot klinken te komen. Hij voert niet uit wat is vastgelegd, maar maakt het genoteerde los uit het patroon dat we kennen. Zo kijken we naar het ongeziene.
Hij is een kunstenaar die kijkers ertoe brengt zijn werk te interpreteren zoals musici een bestaande compositie uitvoeren. De uitvoering doet er alleen toe als je die naar je hand zet. Al ken je de muziek, je ervaart toch het ongehoorde. Je moet als kijker zijn werk uitvoeren door de compositie die hij je voorhoudt eigenzinnig te benaderen. Je neemt zelfstandige beslissingen, legt andere accenten, brengt een specifieke kleur aan in het wit van zijn lijnen, je varieert in maat, ritme, toon, placering, frasering en melodie. Die wisselwerking tussen kunstenaar en kijker veroorzaakt een syncopisch samenspel dat door je brein huppelt en tot leven komt.
In vrijwel ieder beeld van Coen Vernooij is een cesuur opgenomen. Een woord dat zich bij hem laat omdraaien tot secuur; alles oogt nauwgezet. In het materiaal ontbreekt iets waarin ruimte wordt gemaakt voor een open blik. Het beeld is een uitsnede van materiaal dat een inkeping maakt in de ruimte. Ieder beeld dat hij maakt is een uitbraak. Van de belemmeringen die hij onwillekeurig ondergaat, weet hij zich in zijn werk bewust te bevrijden. Hij doet dat ter plekke door zich te verplaatsen in de gestalte van zijn denken.
Coen Vernooij spelt de ruimte en geeft er zin aan.
Alex de Vries